terug_naar_homepage
login_linkspoot
lees_ook

seizoen 15/16:
figuranten
Butterfly
keuzes
Johan Cruijff
Jetro
kijk en zicht
verwondering
cyclus
pijnbank
spelletjes
kleurloos
Realisten en romantici
Blind

Realisten en romantici

Gedurende de post-apocalyptische analyse van de staat van Oranje vielen de termen weer:
realisten of romantici.
De realisten keken volgens Bert van Marwijk realistisch naar voetbal in het algemeen en de speelwijze van Oranje in het bijzonder; de romantici bivakkeerden blijkbaar met bidprentjes op schoot Delftsblauwe tegelwijsheden prevelend in een parallel universum.
Idioten dus.

Het bekt lekker om jezelf als realist neer te zetten, zodat iedereen die het niet met je eens is aan de Haldol moet.
Bert mag het zeggen, hij bracht Oranje naar de finale in Zuid-Afrika.
Wat Bert echter gemakshalve even vergeet is uit te leggen dat er helemaal geen romantische component in het voetbal aanwezig is.
Iedereen die zich tegen Oranje heeft aanbemoeid, is een realist pur sang geweest.
Behalve Guus in zijn laatste periode, maar die heeft zich dan ook lelijk verslikt.

Het zogenaamde gedweep met vroeger, en vroeger wordt geromantiseerd, vandaar de naïeve lading aan de term, is enkel een roep om een sterke man.
Dit wordt verward met aanvallend voetbal, 4-3-3, buitenspelers, een verzorgde opbouw van achteruit, driehoekjes, kortom alles waar we ooit de wereld mee verbaasde.
En we nog steeds denken dat we een een of ander patent bezitten op deze ingrediënten.
En erger: dat we deze ingrediënten enkel in Oranje hoeven te implementeren en we combineren iedere tegenstander richting dwangbuis.
En nog erger: deze ingrediënten krijgen alle voetballertjes in Nederland bij hun KNVB-lidmaatschap automatisch toegediend.
Get real.
Laten we even terugkeren in de tijd waarin het allemaal begon.
Een halve eeuw geleden kreeg Rinus Michels het roer in handen bij Ajax,
Rinus had de beschikking over Johan Cruijff.
Dus de doelpunten, dat zat wel snor.
Maar tegentreffers, dat was toch een probleem.
En Cruijff was geen counterspits die tevreden was met een peun naar voren.
Dus moest hij wat anders verzinnen.
En wat was de noviteit die Michels het Nederlandse voetbal bracht?
De buitenspelval.
Die was nog niet eerder aanvallend ingezet.
En hoe kon je een buitenspelval effectief inzetten?
Door het afjagen van de bal op de helft van de tegenstander.
Rinus Michels verzon als eerste de forechecking.
De tegenstander dwingen tot het maken van fouten.
En dan pak je hen op de omschakeling.
Dat klinkt eenvoudig, maar dat is verre van.
Elke speler moet meedoen, en op het juiste moment.
Het elftal dwingt gezamenlijk de opponent tot een foute pass en dan doen de individuele kwaliteiten de rest.
En mocht er niets uitkomen, dan ben je 50 meter verwijderd van je eigen doel, en dus is er nog tijd voor reparatie.

Buitenspel en afjagen, dat bracht Rinus Michels.
En met name keihard werken.
Dat kostte Piet Keizer zijn plek in Oranje.
Gerrie Mühren idem.
Klaas Nuninga, Theo van Duivenbode, Tonnie Pronk, Bennie Muller, allemaal spelers van Ajax kregen van de een op andere dag bij Ajax hun congé.
Michels was een realist.

Vier jaar later kwam Ernst Happel aan het bewind bij Oranje.
Het valt mij als Feyenoorder zwaar, maar Willem van Hanegem kwam in zijn tactiek niet meer voor.
Willem, briljant strateeg, maar inmiddels 34 jaar en dus behoorlijk herfstig in de ledematen, kon het afjagen (daar is ie weer) niet meer aan en verloor zijn plek aan stofzuiger Willie van de Kerkhof.
Dat klinkt niet echt romantisch, verre van zelfs, maar Happel was een realist.
Er moest gewoon hard gewerkt worden, en Rensenbrink, toentertijd onhoudbaar, moest de doelpunten voor zijn rekening nemen.
(6x, en dat is nog steeds een behoorlijk moyenne op een WK)

Michels speelde op het gouden EK van 1988 met een 4-4-2 opstelling.
De buitenspelers waren te licht (Van 't Schip) en de middenvelders, althans eentje (Vanenburg) niet zo van het werken.
Overboord ging het 4-3-3, en Michels heeft er geen slaap door verloren.
En wij, de Oranje-aanhang, ook niet.
Alleen na afloop door de finale.

In 1998 speelden we 4-4-2 onder Hiddink, halve finale WK.

Alleen in 2006 hebben we een romantische coach gehad, Marco van Basten.
De wedstrijden van Oranje onder zijn bewind, tot het pijnlijke verlies tegen Rusland in 2008, zijn het nogmaals bekijken waard.

Nadien kwam Bert van Marwijk en die spijkerde de boel gewoon dicht.
De twee controleurs (4-2-3-1), kent U ze nog?
Realisme, meer niet.
Maar nu geboren uit angst, en niet meer verrassend.

En toen kwam Louis, en die zette twee bussen (5-3-2) neer.
En werd Oranje derde op het WK.
Door Arjen Robben.
En een elftal dat op zijn Michels de posities bleef bezetten.
Realistisch tot het bittere einde.

Dit klinkt allemaal lang niet meer gezellig en al helemaal niet hoopgevend.
Maar de feiten zijn simpel: als je geen hors categorie voetballers hebt, is het slecht hazen vangen.
En dan kan Cruijff oreren wat hij wil, maar vanuit het eigen balbezit zal Oranje geen potten breken.
Wellicht kunnen we de boel verrassen en weer eens aan forechecking doen.
Wie durft?
En welke spelers zijn hiertoe bereid?
Namen en rugnummers graag.

copyright by © judge