terug_naar_homepage
login_linkspoot
lees_ook

seizoen 15/16:
figuranten
Butterfly
keuzes
Johan Cruijff
Jetro
kijk en zicht
verwondering
cyclus
pijnbank
spelletjes
kleurloos
Realisten en romantici
Blind

verdedigers.nl

Waarom Nederland geen echte verdedigers voortbrengt (ingezonden onderwerp)

Laten we beginnen met de definitie van een Echte Verdediger.
Wat verstaan we daaronder?

A) Iemand die zijn directe tegenstander van scoren afhoudt?
Dat is de meest simpele taakomschrijving, maar daarom nog niet minder steekhoudend.
Als jouw opponent niet scoort haal je in ieder geval een voldoende, zoiets. En als iedere speler voldoet aan deze ondergrens is in ieder geval een gelijkspel gewaarborgd.

Een tegenstander te beletten te scoren is de basis, maar liever nog wat meer als het kan.
B) Iemand die zijn directe tegenstander van het geven van gevaarlijke passes afhoudt?
Dit lijkt er al meer op, maar dit vereist ook al meer van een verdediger. Hij moet niet alleen de mogelijkheden van het schieten van de bal in het doel neutraliseren (direct), maar ook nog eens de relatie van de bal tot andere tegenstanders in de nabijheid op waarde inschatten (indirect). Dit is al een stuk moeilijker, want dan zul je al over wat overzicht moeten gaan beschikken.

C) Iemand die een gevaarlijke situatie neutraliseert?
Dit klinkt al een stuk geavanceerder. Wat is een gevaarlijke situatie? Dat is een bal en meerdere tegenstanders in de buurt van het eigen doel. Strikte mandekking is niet meer toereikend, er zal moeten worden uitgestapt, de eigen man moet worden losgelaten om een ander te dekken of een pass eruit te halen. Dit wordt al wat Hogere School voor Voetbalkunde en neigt veel meer naar wat men in Nederland onder verdedigen verstaat.

D) Iemand die een potentieel gevaarlijke situatie neutraliseert?
Kijk, nu zitten we op het Ministerie van Voetbaldefensie. Inschatten waar de eigen zwakke(re) plekken zich bevinden in relatie tot een zich telkens veranderende situatie op het veld: de verplaatsingen van tegenstanders, de bal en de eigen medespelers.
Inzicht in ruimte en balsnelheid, gevoel voor spelpatronen, alertheid op plotse wendingen, het hele scala dat het voetbalspel zo aantrekkelijk en interessant maakt, dat vinden vinden wij essentiële onderdelen van het metier verdediger, althans voordat wij iemand het predikaat Echte Verdediger willen geven.

In het onderwerp wordt fijntjes geconstateerd dat ons voetballand van alles voortbrengt, maar geen Echte Verdedigers. Scorende spitsen, spelverdelers, buitenspelers van kwikzilver, Nederland is één grote afhaalchinees van hors categorie aanvallers, maar onze verdedigers in den vreemde zijn op een vuurwerkhandje te tellen: Joris Mathijsen (HSV) en Johnny Heitinga (Everton) spelen op nivootje Europa League, in de zandbak van Qatar pummelt Mario Melchiot wat rond, terwijl bij het Schotse Celtic Glenn Loovens de plaggen uit het veld kluunt. Ik zal ongetwijfeld nog wat buurtsupervedettes vergeten (Michael Dingsdag bij FC Sion, die gaan we toch niet serieus in lijstjes opnemen?), over het paard getilden (Edson Braafheid (Hoffenheim)) en de inmiddels twee seizoenen rondstumperende Khalid Boulahrouz (Stuttgart), maar dan houdt het echt op.

Waarom exporteert Nederland weinig van het produkt verdediger?
Simpel, er is geen vraag naar.

Dat zit opgesloten in het spelconcept.
In Nederland voetbalt men anders, dus verdedigt men anders. Omgaan met ruimte in de rug, meedoen in balbezit met aanvallen, bij balverlies een ruimte verdedigen in plaats van een tegenstander, allemaal redenen die maken dat het metier van een verdediger in Nederland veel meer inhoudt dan in het buitenland. Individueel kan men niet volstaan met het sec kunnen uitschakelen van een opponent, maar is meevoetballen en dus vooruitdenken gewenst of vereist.
De individueel vereiste kwaliteiten zijn ontsproten aan de teamvereisten.

Om een voorbeeld te geven uit het door de voetbalwereld geroemde opleider van verdedigers, Italië.
In Italië is het gehele spelconcept gebaseerd op het vasthouden van de nul, zowel bij balbezit als bij (logisch) balverlies. Dit houdt in dat het gehele team is doordrongen van haar verdedigende taak en dus verdedigt iedereen mee en is het makkelijker om (met zijn allen) goed te kunnen verdedigen. Bovendien is in de Serie A ook de tegenstander geen ploeg die met zes man de aanval zoekt, maar met veel minder en dus ook weer gemakkelijker te verdedigen. Italiaanse verdedigers zijn dus niet zo goed in hun vak omdat zij Italiaan zijn, maar omdat zij volgens Italiaans recept voetballen.

Het verschil in waardering zit in het feit dat de lat voor Nederlandse verdedigers  veel hoger ligt dan die voor een Italiaan. Als voor Alessandro Nesta of (wereldvoetballer van het jaar 2006) Fabio Cannavaro de situatie een beetje penibel wordt is het al gauw vrouwen en kinderen éérst en de bal de tribune in. Ergens roemen wij dit soort onverzettelijke beslissingen (Wèg die bal!), maar niet te openlijk, want anders komt de spelopvatting op de tocht te staan. Wij vinden (een apert staaltje van speltoeeigening, alsof WIJ een Hoger spel voetbal spelen dan de rest, behalve natuurlijk Barcelona) dat alleen onder de allerextreemste omstandigheden een bal buiten de lijnen mag worden gespeeld. Een koude pistoolloop in de nek, een scheermes op de kloppende halsslagader, vooruit dan maar, en dan nòg onder protest.
Je oogst wat je zaait.

Verdedigen en aanvallen doen wij met zijn allen, in het buitenland opereert men stand-alone. Als men in Nederland wordt aangesproken op verdedigend individuele kwaliteiten, dan is er inmiddels iets goed mis in het veld. Dan acteert men blijkbaar al lang niet meer als team en is het kwaad al geschied. Dat het uiteenvallen van het team tot gevolg heeft dat iedereen zijn eigen boontjes moet doppen en hier eigenlijk helemaal niet zo goed in is, is geen prioriteit. Het team is àlles, de individuen ondergeschikt. Een verdediger wordt dan ook zelden afgerekend op zijn individuele kwaliteiten, maar altijd in relatie tot het team. Krijgt Ajax weinig doelpunten tègen, dan zal Gregory van der Wiel wel een goeie verdediger zijn. En scoort Ajax veel doelpunten, dan heeft Van der Wiel ook zijn aandeel in, omdat hij meehelpt aanvallen.
Het is deze dubbelrol die maakt dat wij geen kanonharde voetbalmonisten afleveren, wij stellen er geen prijs op.

Wij kunnen er ook niets mee. Bij ons zijn harde voetballers contactgestoorde ex-postbodes (Van Aerle, Van Tiggelen) òf psychopaten (Kraaij jr., Stevens, Fräser, Spelbos). Hard spel is in Nederland niet te verkopen en dus verdedigen ook niet, of het moet technisch hoogstaand zijn.

Tevens hebben wij historisch gezien al snel gebruik gemaakt van buitenlandse aankopen. Zodra Ajax eind jaren 60 furore ging maken waren voor het hart van de defensie onmisbare steunpilaren aangetrokken in de Joegoslaaf Vasovic en de Duitser Blankenburg. Wellicht was dit ontzettend nodig als je internationaal hoge ogen wilde gooien, want hoogstwaarschijnlijk was het voor jonge jongetjes toen al gemeengoed dat ze op straat Abe of Faas waren, en zelden Hans Kraaij Senior of Ton Pronk.
En met deze laatste zin is eigenlijk alles gezegd.

 

copyright by © judge